Sanne Brons is verloskundige en werkt in haar eigen praktijk in Roden

Soms heb ik het idee dat ik al aan de manier van binnenkomen, kan zien hoe het consult zal gaan verlopen. Ik herken dan mijn eigen gedrag natuurlijk in de net-op-tijd-komers. Gehaast, blos op de wangen en opgelucht dat ze het gehaald hebben. Al dan niet met een kinderschare erbij, want dat is natuurlijk reden te meer om trots te zijn op deze prestatie. De toon in de spreekkamer is dan vaak positief, af en toe de kinderen even te woord staan en verwijzen naar het eigen speelgoed. En dan gezamenlijk blij verwonderd zijn over de harttonen. Gevolgd door: ‘Nee, ik mag het knopje uitdoen, jij was de vorige keer al.’ Ik moet eerlijk zeggen, na zo’n intens half uur ben ik altijd even blij dat deze fase voor mijzelf een gepasseerd station is.

Dan heb je de supervroege verschijningen. Soms staan ze al op de stoep voordat ik aan kom fietsen (20 minuten voor aanvang van het spreekuur). ‘Doe maar rustig aan hoor’ wordt er dan gezegd, maar dat strookt totaal niet mijn gevoel. Ik moet dan mijn rituele handelingen van verwarming en lichten aan doen, en laptop aansluiten tot een minimum reduceren. Dus het kopje koffie laat ik dan zitten, terwijl ik juist op zulke momenten een enorm cafeïne behoefte ervaar. De consulten zijn vaak gezellig lang (dus die dikke 10 minuten die we extra hebben worden goed benut) en er worden een aantal vragen gesteld. Goed voorbereide vragen vanuit de telefoon en heel soms met een map of een schrift. Deze  mensen hebben vaak voor 30 weken zwangerschap al een heel plan klaar voor de bevalling. Wat ik trouwens zeer gunstig vind, want dan kunnen we er vaker op terugkomen.

Het lolligste vind ik de jonge moeders die op nacontrole komen. Ik zie ze voorrijden, krap op tijd en dan begint het. Voordat de maxicosi, het onderstel, de luiertas en ‘oh ja waar is mijn telefoon’ samen met moeders op weg zijn naar de voordeur, heb ik oprecht rustig kunnen plassen, handen wassen en theewater op kunnen zetten. En dan had ik ook nog tijd om hartelijk deur open te houden voor de zwoegende moeder. Vader is dan vaak al naar zijn werk en dus in geen velden of wegen te bekennen. Tijdens zo’n nacontrole zit de mama lekker uit te blazen met een kopje thee, de baby slaapt rustig en kunnen we gewoon de bevalling en het jonge moederschap op ons gemak doorspreken. De  terugreis kost vaak net zoveel tijd, maar dan ben ik achter de laptop de dingetjes aan het opschrijven dus dat zie ik dan niet. Om ze vaak ongeveer twee jaar later weer terug te zien komen als éen van bovenstaande voorbeelden. Meestal als de net-op-tijd komers, mijn meest herkenbare.

Sanne