Uit mijn keuken!
PEIZE – Mensen uitnodigen, een feestje geven, daar houdt de uit Zweden afkomstige Malin Morin van. Want dan mag ze doen waar ze zo gelukkig van wordt. Zorgen voor haar gasten. Uren is te vinden in haar keuken, bezig met de voorbereiding van haar hapjes. En of er nu vier of tachtig mensen komen, ze draait er haar hand niet voor om. ‘Hapjes’, ze vindt dit het mooist geleerde Nederlandse begrip. ‘Want daar hebben we in Zweden geen woord voor’, zegt ze lachend.
Ze groeide op in de horeca. Met een moeder in de bedrijfshoreca en een vader die zijn hele leven in een eigen restaurant in de keuken stond, leek het logisch dat Malin met haar passie voor koken hetzelfde pad zou kiezen. ‘Maar ik zag ook de negatieve kant. Je moet immers altijd werken als andere mensen vrij zijn.’ Ze kwam terecht in de voedingsindustrie. En zo geniet ze nu van het beste van beide. Door de week als commercieel directeur in de specerijen en in het weekend leeft ze zich uit in haar keuken.
Kaneel, dat is wat ze in haar werkzame leven verkoopt. Je zou denken dat dit in haar keuken niet mag ontbreken. Maar deze specerij wordt vooral gebruikt in koek en met bakken heeft ze niet zoveel. ‘Want dat doe je vooral op recept’, legt ze uit. En Malin kookt nooit op recept. Ze leerde het traditionele koken van haar ouders en haar oma. En als ze samen met haar echtgenoot uit eten gaat, kijkt ze goed naar haar gerecht en probeert ze het thuis na te maken.
Zout, peper en dille zijn voor haar de belangrijke smaakmakers. ‘Maar niet te veel hè? Veel belangrijker zijn de grondstoffen.’ En in goed vlees en lekkere vis, heeft ze haar leveranciers inmiddels wel gevonden. Vers is haar toverwoord.
Bij een feestje staat de bar vol met haar hapjes, komen er vrienden eten verzorgt ze een volledige maaltijd. En dan is het echtgenoot Bert die zorgt voor de bijpassende wijnen. Maar ook door de week kookt ze elke dag, ook al is ze pas om zes uur thuis van haar werk. De voorbereiding doet ze vaak de avond ervoor. ‘Heerlijk’, zegt ze, ‘voor mij is dat relaxen.’
Voor Malin is koken voor anderen, ‘zorgen voor’. Toch worden de rollen op één dag in de week omgedraaid. Op zondag doet de man waarvoor ze naar Nederland kwam het schort voor. Dan maakt Bert een grote pizza, uiteraard bereid met alleen verse ingrediënten.