‘De afgelopen 30 jaar is alles veranderd. Niet alleen de techniek en de voortschrijdende medische mogelijkheden, maar zeker ook de communicatie rondom zwanger zijn en bevallen. Waar ik vroeger ‘one of the kind’ was, als mede-moeder, was ik niet alleen hard voor mezelf maar ook voor mijn zwangeren. Ook al was het alleen maar in mijn gedachten en deed ik mijn best om lief te blijven. Ik kletste de vrouwen door hun baring alsof ik een voetbalcoach was, nog net niet schreeuwend aanmoedigend. Ze deden bijna allemaal gewoon wat ik zei en dat vond ik heerlijk makkelijk. Iedereen had een puf-cursus gedaan, of samen bevallen, dat laatste vond ik trouwens wel het mooiste, want dan wist de man (woke: de partner) ook precies waar we waren en wat hij vooral niet moest doen.
Tegenwoordig zijn de meeste vrouwen erg bewust zwanger en bereiden zich grondig voor, een enkeling daargelaten. We bespreken bevalplannen, geboorteplannen of gewoon wensenlijstjes. We bereiden ons samen voor op hun aanstaande ouderschap, met als doel een bevalling waar de zwangere eindbaas is.
En dat vind mijn vroedvrouwenhart eigenlijk veel fijner dan old-school een kind eruit kletsen. Het empoweren van de mogelijkheden die elke vrouw in zich heeft, stimuleren van haar lichaamsbewustzijn en vooral luisteren. Luisteren naar wat ze te vertellen heeft, wie zij is, hoe ze zelf geboren is en wat voor verwachtingen zij heeft. Beetje bijsturen als het voor mijn nuchtere brein al te gek wordt, bijvoorbeeld bevallen in het bos bij 5 graden. Waar ik vroeger bijna gruwelde van een badbevalling en mijn motto lang was: ‘We zijn toch geen dolfijnen’, vind ik het nu het meest ultieme. De zachte landing van een kindje in het water, ontvangen worden door de handen van beide ouders. Hoe welkom zijn deze kinderen!
En natuurlijk gebeurt ook nu, of juíst nu, vaak dat er een plan B uit de kast getrokken wordt. Niets geen sfeerverlichting, wierook en zachte muziek. Maar door één of andere protocol een medische bevalling, met uiteraard als doel een gezonde vrouw en gezond kindje. Maar ook dan blijft de moeder eindbaas, ook in het ziekenhuis zal er niet veel meer gebeuren tegen haar wil. Ik wil eigenlijk schrijven nooit, maar dat is een wens. Een wens van mij: dat alle zwangeren en partners geïnformeerd zijn over alle mogelijkheden en hun keuzes kunnen maken of aanpassen aan de situatie. Zodat iedereen goed terugkijkt op haar bevalling. Want hoe goed we ons ook voorbereiden. Je hebt niet overal invloed op, eigenlijk alleen maar op je eigen ademhaling en je gedachtes. Dat kun je een beetje trainen, voor de sportieve prestatie die een bevalling blijft. Maar ik zal niet vaak meer staan te brullen om iemand aan te moedigen. Meestal is een zachte, bekrachtigende aanpak voldoende om een kindje geboren te laten worden.