‘Wij hóuden van dit huis’
‘Waar beginnen jullie aan?, zei mijn vader. Maar ik dacht: ‘al woon ik er maar 14 dagen; ik zal er wonen.’ Ria van der Most woont met haar man Mike en hun dochter en zoon op Landgoedboerderij Oosterheerdt in Leek. Al jaren liep hun kudde schapen op een deel van het landgoed toen de kans voorbijkwam de leegstaande boerderij met een goed plan tot leven te wekken. Eentje die ze met twee handen aangrepen. Nu 8 jaar verder wonen en werken ze op deze bijzondere plek waar ze onder andere een B&B runnen die fantastisch ingericht is.
Een waanzinnige blikvanger is de voorzijde van de boerderij die gebouwd is in 1887. Gebouwd in een mix van jugendstil en de neo-eclectische stijl, welke volgens Ria ook wel een ‘ratjetoe’ mag worden genoemd. Een ratjetoe lijkt misschien ook de mix aan activiteiten op dit terrein; Ria en Mike verzorgen inmiddels met een fantastich team om hun heen teamuitjes met hun bijzondere schapen en bordercollies,
de dagbesteding van De Zijlen zit op het terrein gevestigd, er is een streekwinkel gevestigd en Oosterheerdt is o.a. de locatie van de maandelijkse streekproductenmarkt. Van ratjetoe is echter geen sprake; Mike en Ria vormen een verbindende factor die precies die verbinding bewerkstellingen die zij ooit voor ogen hadden. Zij kregen de kans om een jaar of tien geleden een plan in te dienen bij de gemeente voor de leegstaande en vervallen boerderij. Hun visie voor wat het landgoed moest worden – die plek van verbinding – kreeg groen licht van de gemeenteraad. Deel van hun visie is ruimte voor onderwijs en de droom dat het hele landgoed weer bevolkt wordt door mooie diersoorten. Ook moest het terrein toegankelijk worden voor iedereen: ‘open die hekken’.
Oosterheerdt kent een lange historie. In 1887 werd het voorste deel van de boerderij gebouwd nadat de Borg Nienoord was afgebrand. Bij de herbouw werd ervoor gekozen de boerderij die eerder op het hertenkamp gevestigd was, een nieuw plekje verder weg op het landgoed te geven om zo overlast door ongedierte tegen te gaan. Pas in 1950 komt de boerderij als onderdeel van het hele landgoed in handen van de gemeente welke uiteindelijk besloot dat deze terug in particulier bezit moest komen, maar dan wel bij iemand die er een meerwaarde voor de bevolking van zou weten te maken. Voor Mike en Ria bijna niet te bevatten. ‘De raad was unaniem’, herinnert ze zich. Er volgde een periode van verbouwing waarbij eerst het monumentale voorhuis aangepakt werd. Wat er met het interieur moest gebeuren, hadden ze duidelijk voor ogen. ‘Het voorhuis is monumentaal. Het is de kunst hier zoveel mogelijk weg te laten en de monumentale elementen zichtbaar te maken.’ Het is bijna niet meer in te beelden dat de prachtige B&B kamers destijds nog ingericht als kantoor waren. ‘TL-lampen kwamen uit het plafond, computerpalen uit de grond en de parketvloer was helemaal geel geverfd. Eén van de plafonds was zelfs afgedicht met een systeemplafond.’ Daaronder bleek een gemetseld plafond tevoorschijn te komen waar je even stil van wordt. ‘Deze kamer was vroeger de koele ruimte. Men had toen nog geen koelkast en hier werden bijvoorbeeld weckpotten bewaard.’
Een tweede leven
‘Ik hou ervan spullen een tweede leven te geven’, vertelt Ria. ‘Hier hebben alle meubelen een verhaal.’ Al lopend door het voorhuis komen er velen voorbij. Van de geruite kleedjes in de kantine – ‘mijn moeder vroeg: wat moet ik jullie toch geven? Ze heeft er zeker vijftien zitten naaien’ – tot de bijzondere bankjes in de hal. Die laatste blijken van een rondvaartboot te komen. ‘Ze zitten voor geen meter’, lacht Sandra.
Veel verhalen roepen een glimlach op. ‘Deze stoeltjes’, wijst ze groene seventies zitters aan, ‘dát was ook bijzonder. Die vrouw wilde er een bedrag voor hebben, maar zei ik: dat is véél te veel. Ik weet het goed gemaakt: jullie komen hier een nachtje slapen, dan hou ik de stoeltjes. Daar moest ze even over nadenken, want ze gingen nooit met zijn tweetjes weg. Maar ze hebben hier toch genoten.’ Tussen de groene blinkvangers in prijkt een bureautje waaraan Mike gestudeerd heeft en het stoeltje hier aan blijkt van oud-burgemeester Berend Hoekstra. ‘Die had hij nog staan en dat leek hem perfect voor hier.’
En zo is het met alle spullen: alles lijkt perfect voor de plek waar ze staan. Ontbijten doen de gasten met een samengesteld en veelal gekregen servies. Er prijken erfstukken tussen de antieke theepotten. ‘Oh, die kast’, vervolgt Ria, ‘die past natuurlijk nooit in een normaal huis. Ik kreeg hem in bruikleen, maar het was dan niet de bedoeling dat iedereen eraan zou zitten. Nou, neem hem dan maar weer mee, want hier mag iedereen de kasten opentrekken.’
Groen en ossenbloedrood domineren het kleurenpalet. Een enorme blikvanger is het vrijstaande bad in één van de kamers. ‘Ik wil dat je die deur opent en dan direct wow! denkt’, vertelt Ria. Licht wordt bij geschenen door een lamp gemaakt van een boomstam van het landgoed. De eromheen gedraaide bedrading is een link naar de draaiing op de palen bij Nienoord.
Ria toont ook nog ‘het kroegje’ Good Old Nell – ‘alles hier is gekregen’ – met onder andere antieke piano en chesterfieldbanken, en de streekwinkel. ‘Vroeger mocht alleen de directie van een groot bedrijf aan deze stamtafel zitten, maar van ons mag iedereen hier plaatsnemen’, lacht ze. De met schelpen beplakte poten zijn een knipoog naar de schelpengrot en het werk van de cliënten van De Zijlen. De rode eend is een cadeautje van een jonge Mike aan zijn Ria toen ze nog maar net verkering hadden. Als je het over een verhaal met een glimlach hebt.
‘Mochten we het ooit moeten verkopen, dan verkopen we het met inboedel. Alles past hier’, vindt Ria. ‘Hier mag ik lekker los, boven waar we wonen is het wel een stuk strakker en witter.’ Ondanks alle activiteiten en gasten, is het gezin ook nog weleens helemaal alleen op de boerderij. Gewoon thuis. ‘We wonen boven, maar we zijn meestal beneden. Dit huis voelt heel goed. Het straalt zo’n goede energie uit. We hóuden echt van dit huis.’