Suus zet voor het eerst in tien jaar geen thee, maar koffie en loopt ermee naar haar balkon. De lucht is nu al diepblauw. Een zuchtje wind droogt het zweet langs de haarlijn van haar bonkende hoofd. Beneden fietst een jonge krantenbezorger voorbij, zijn fiets piept bij elke trap. Aan de overzijde ziet ze zichzelf in de glazen pui van het pand waarvan ze nu de eigenaar is, naast haar bolt het gordijn op. Ze neemt een slok en laat deze door haar mond gaan. De spanning is weg – wekenlang klussen, verven, beslissen, tekenen onder bedragen die te groot voelden, en het loslaten van haar vaste baan. Gisteren was de grande opening.
Op hoge hakken en in luchtige jurken met glanzende huiden, of in chino’s met nonchalant openhangende linnen overhemden, had de hele regio zich verzameld. Het leek of iedereen haar idee omarmde, of misschien was het de zwoele temperatuur die alles liet tintelen en een belofte in de lucht hing. De burgemeester knipte het gouden lintje door, gaf haar een knipoog en fluisterde dat hij eigenlijk niet van bubbels hield, maar zeker eens zou komen ontbijten.
Geschreven door Geerke Heijs
Het overkomt je soms: je wordt niet gezien voor wie je werkelijk bent. Het voelt alsof het leven je in een bepaalde mal wil persen. In dit verhaal bereikt Suus, door haar eerdere werkervaringen, een punt waarop ze besluit het roer om te gooien – een droom die velen zullen herkennen. Ik heb met veel plezier aan dit verhaal gewerkt, vooral omdat het zo realistisch aanvoelt, alsof het daadwerkelijk gerealiseerd zou kunnen worden. Ik zag het gewoon voor me. Als ik mijn ogen sloot, zag ik de feestelijke opening voor me, de inrichting en voelde ik de zomerse warmte. En geen verhaal is compleet zonder liefde, en zo ontmoet Suus, onverwachts, haar ongewenste coach. Vanaf dag één zit hij haar op de hielen. Ik wens je veel leesplezier!
Het leek of iedereen haar idee omarmde, of misschien was het de zwoele temperatuur die alles liet tintelen en een belofte in de lucht hing.
Langs witte rozen en citroenboompjes versierd met satijnen linten zakten de hakken weg in de rosékleurige loper. Staand op een huishoudtrapje schonk Suus de eerste fles bubbels leeg in de champagnetoren. Het moment suprême en iedereen applaudisseerde. Een jongen met een grote bril, die zich voorstelde als pers, had languit op de grond gelegen om van onderaf een foto te maken – ze zal hem straks nog even appen om de foto op te vragen voor haar Instagram. Zijn metgezel met blond-rood krullend haar stond er schrijvend naast, haar helderblauwe, alerte ogen tasten de ruimte af. Het maakte het zo officieel.
Suus had te weinig vazen gehad, waardoor de bloemen met bossen tegelijk in emmers werden gezet. De band, een afvaardiging van de plaatselijke muziekvereniging, speelde de opening, waarna een DJ van de iconische jaren 80/90-discotheek Looks het feest overnam en iedereen tot diep in de nacht liet dansen.
Nu begint een leven waarin ze haar eigen geld moet verdienen, zonder de zekerheid van een baas of een vast contract. Geen eindeloze loondienstverbanden meer, geen collega’s die haar nooit helemaal serieus namen, geen hoofdschudden als ze weer eens vertrok. Nu kijkt ze uit op de plek waar haar toekomst ligt, haar eigen winkel met haar eigen keuzes. De adrenaline giert door haar lijf: alles zelf doen, alles zelf dragen.
Heel even schieten de gezichten van haar laatste collega’s door haar hoofd, vooral die ene die het haar zo moeilijk maakte. Haar negerend, al haar uitspraken in twijfel trekkend en uiteindelijk voelde ze zich ‘kaltgestellt’. Het werkte door op de rest. Nu fietsen en rijden ze naar kantoor, straks zien ze haar lege plek. Zullen ze het vieren, of halen ze hun schouders op?
Suus neemt de laatste slok van haar koffie. Haar kat Bram vindt loom een weg langs haar scheenbeen, zijn tong als zacht schuurpapier kriebelt wanneer hij haar teen likt. Ze bukt zich, aait hem, sluit haar wijsvinger en duim om zijn staart en voelt deze langzaam langs haar vingers glijden – hun vertrouwde ochtendritueel.
In de spiegel ziet ze zichzelf zoals ze zich voelt: katerig, opgewonden en vol verwachting. Met aandacht trekt ze haar zelfbedachte ‘bedrijfskleding’ aan: een donkerblauwe tulen rok, een marinière t-shirt, waarna ze een rode shawl om haar hals strikt, zodat een eventuele blos minder opvalt. Met vaste hand trekt ze een lijn eyeliner, de mascara tovert haar wimpers om tot een donker, vol gordijn dat haar ogen omlijst en haar blik intenser maakt. De zachte geur van poeder vult de lucht, terwijl ze met een dikke kwast rouge aanbrengt, een subtiele blos die haar gezicht doet stralen. Ze draait een pirouette, blaast een kus naar zichzelf en haast zich dan de trap af en steekt de straat over, waar de letters ‘Breakfast en Bubbels’, haar letters, in het ochtendlicht glanzen.
Met verhoogde hartslag loopt ze langs de lege vitrines, het glanzende servies, de rijen glazen, de flessen met bubbels die in het ochtendlicht fonkelen. In haar hoofd probeert ze de instructies en de volgorde die ze zelf bedacht had, terug te vinden.
De bakker stopt voor het pand en brengt twee grote manden vol warme croissants en Dubbel Drents broden. Even later zet de groenteboer flessen vol versgeperste sinaasappelsap op de balie en brengt een restauranthouder uit Norg persoonlijk zijn huisgemaakte monchougebak.
‘Hou het professioneel. Je bent vijf uren open en staat nu al te flirten.’
Ze werkt hard door en uiteindelijk kijkt ze tevreden naar hummus, gegrilde groenten, romig jonge en stevige oude kazen, hammen, roomboter, flesjes melk, huisgemaakte tapenade, verse aardbeien, kleine potjes honing, notenbrood, mini-quiches en scones in de zacht zoemende vitrine. Alles met een regionale herkomst, een verhaal, of een vleugje streektraditie. Ze zet de smoothies en verse jus in meeneembekers op het ijs, samen met de pistoletjes met kruidenkaas-courgette of boerenham, en plaatst er een aanbiedingsbordje bij.
Tegen het middaguur veegt ze het zweet van haar voorhoofd. Het was veel drukker dan gedacht. De koffie van de barista in de straat, waarmee ze een deal had gemaakt, en die het met de drone bezorgde, trok zo’n bekijks dat ze in no time de bar vol had staan met mensen die een kop koffie namen en een gedeelte van de lokale kranten en magazines lazen. Haar vitrine is half leeg en de aanbieding en het huisgemaakte gebak zijn op. Snel ruimt ze af en vult ze de vitrine aan.
‘Eh,’ iemand schraapt zijn keel ‘pardon, is het hier een bloemenzaak of een ontbijtzaak?’ Suus kijkt op. In de deuropening staat een slanke man, donkerblond haar, nonchalant gekleed in een strak duur pak. Zo-niet-dit-dorp.
Suus haar wangen kleuren lichtjes. Stunning, gaat het door haar heen.
‘Ik ga net over op de bubbels, sorry,’ zegt ze verontschuldigend.
Hij bestudeert het krijtbord achter haar, glimlachend. ‘Doe mij maar een glas ‘Hoe is het met je?’’
Suus opent een fles en schenkt, terwijl haar gast op een barkruk plaatsneemt, de bubbels in een glas dat ze voor hem neerzet.
‘En, hoe is het met je?’ vraagt ze gemeend.
Hij ruikt, proeft, zet zijn glas neer. ‘Je meent dit?’ vraagt hij.
‘Ja,’ zegt Suus, en wijst naar het bord. ‘Je bestelt waar je behoefte aan hebt. Zin in een gesprek? Bestel een ‘Hoe is het met je?’ Liefdesverdriet? ‘Coeur brisé.’ Of na een zonde: ‘La confessione.’ Of als je geen gesprek wilt, maar niet eenzaam wilt zijn: ‘Shut up, but stick around.’ Ze schuift haar strik opzij, ze heeft geen idee of haar mascara nog op haar wimpers zit en of haar haar niet is gaan krullen door de warmte.
Hij lacht, kantelt zijn hoofd. ‘Goed, dank je. Hoe gaat het met jou?’
Suus lacht terug. Wetend dat ze haar sterkste punt laat zien. Ze weet dat ze niet moet flirten, maar ze is altijd al een flirt geweest. Zijn ogen glijden over de inrichting van haar zaak, dan over haar kleding, om uiteindelijk op haar gezicht te rusten. Ze voelt de neiging hem aan te kijken vanonder haar wimpers, maar roept zichzelf tot de orde.
Je klinkt niet als iemand van hier,’ merkt Suus op, haar stem licht plagerig.
‘Toch wel,’ zegt hij, ‘ik heb hier tot mijn twintigste gewoond.’ Hij haalt een hand door zijn haar, wat hem ineens een jongere uitstraling geeft.
‘Echt? Laat me raden. Je miste je Drentse root.’ Suus knipoogt en nipt van haar muntthee. Oh, nee, ze plaagt hem. Ze houdt van plagen en van de persoonlijke je ne sais quoi waarmee ze altijd succes heeft. Niet doen! zegt ze tegen zichzelf. Hou het professioneel. Je bent vijf uren open en staat nu al te flirten. Straks raakt ie verliefd en jij verveelt. Alhoewel dit meteen aanvoelt als onmogelijk. Deze man wordt niet zomaar verliefd.
De verhuurder komt binnen, steekt zijn hand op terwijl zijn blauwe ogen vrolijk twinkelen. Samen lopen ze, zoals afgesproken, nog even de zaak door om de laatste details te bespreken en de puntjes op de i te zetten. Als Suus weer terugkeert achter de bar, ziet ze dat haar gast haar met een lichte frons aankijkt, zijn mond in een beschuldigende plooi. Hij buigt zijn hoofd een beetje en zegt, met een ondertoon die haar niet ontgaat: ‘Ik verwacht je aandacht als ik dit bij je bestel.’
Suus voelt een blos omhoog kruipen en eindigen onder haar rouge. Ze ergert zich aan zijn opmerking, maar tegelijk raakt het haar – ze wil het goed doen, vooral nu. Ze kent deze man nauwelijks, maar ergens is ze bang voor zijn oordeel, voor een slechte review misschien, of erger: dat hij haar niet serieus neemt. En dat niemand haar daarna meer serieus neemt. Hoofdschuddende mensen op straat. De vervelende ex-collega die met een schuin lachje zal langslopen terwijl zij de poster ‘Ter overname aangeboden’ ophangt.
‘Dan krijg je er een extra slok bij,’ zegt ze, haar glimlach iets te breed. Ze probeert luchtig te blijven, maar de fles glibbert bijna uit haar handen. In haar hoofd zoekt ze naar woorden om het gesprek weer op gang te brengen en de spanning te laten verdwijnen. Haar geflirt van daarnet, dat onschuldig leek, voelt nu ongepast.
Hij maakt een afwerend gebaar, zijn blik blijft net iets te lang op haar rusten. Dan staat hij op, zijn mondhoeken trekken in een halve glimlach. ‘Dag, Susan,’ zegt hij, zijn stem zacht maar met een ondertoon die haar nog even na laat gloeien.
Hoe wist hij haar naam? Ach, dat weet iedereen natuurlijk.
Ze wacht tot hij weg is, gaat in de deuropening staan en alsof Bram haar kan voelen, sprint hij de straat over. Ze neemt hem op de arm.
Om zeven uur ’s avonds steekt ze de sleutel in het slot. Moe en tegelijk vol energie door deze eerste succesvolle dag. Tussen vijf en zeven had ze heel wat klanten in haar zaak gehad, die de dag wilden afsluiten met een bubbel. De lasagna, geleverd door de Italiaan aan het eind van de straat, werd ter plekke opgegeten of meegenomen. Daar moet ik nog een verpakking voor verzinnen, bedenkt ze, als ze een auto met joelende kreten aan hoort komen rijden.
‘Suus!’ kom mee, ‘we gaan nog even zwemmen!’
‘Geef me vijf minuten,’ gilt ze, blij met deze onverwachte ontspanning.
Even later ligt ze in het kristalheldere water van het Ronostrand en vertelt ze over haar dag. Haar vriendinnen luisteren bewonderend. Ze laat het gedeelte over de ‘Hoe is het met je-gast’ weg. Clarice pakt even haar hand en noemt dat ze haar nog steeds willen komen helpen. Maar Suus wil het alleen doen. Als ze met een rustige schoolslag terug zwemt naar het strand, denkt ze aan haar vader die haar waarschuwde dat ze nooit meer vrij zou zijn, haar moeder die niet bij de opening was geweest en de investeerder die grote twijfels had bij de haalbaarheid van het plan. Bij de opening had hij genoemd dat ze binnenkort zou kennismaken met haar coach. Een voorwaarde in het contract. ‘Jonge ondernemers hebben nu eenmaal coaching nodig,’ zei hij. Maar zo jong was ze nu ook weer niet. Het ging door haar heen dat ze zichzelf zou moeten bewijzen, blijkbaar ook op persoonlijk vlak, laten zien dat ze toegewijd was.
Ze loopt naar haar bedje, gaat liggen en laat alles van zich afglijden. Ze hoort dat er wijn wordt ontkurkt, voelt een warme bries lang haar huid strijken, rekt zich loom uit en neemt dan dankbaar een glas wijn aan. Terwijl ze een slok neemt, laat ze haar blik over de andere badgasten glijden. Dan ziet ze verderop die ene, herkenbare beweging: een hand die door het haar gaat. Haar gast. Hij kijkt haar kant op, ze steekt flauwtjes haar hand op, heel even golft hetzelfde gevoel van die middag weer door haar heen, maar ze duwt het weg. Zijn ogen kijken haar zelfs vanaf die afstand intens aan, lijken wel door haar ziel te boren. Zijn lichaam is sterk en enigszins gebruind. Hij pakt een handdoek en begint zich af te drogen.
Mirjam, haar vriendin die ze vanaf de brugklas kent, kletst vrolijk door, maar roept dan ineens: ‘Suus, luister je wel?’
‘Ja?’ Suus kijkt haar kort aan, maar haar ogen dwalen alweer naar haar gast, die zijn spullen heeft gepakt en recht op haar afloopt.
Ze verslikt zich bijna in haar wijn. Is hier ook een uitgang? Of wil hij even ergens anders liggen? Hij is toch niet echt op weg naar haar?
Haar vriendinnen merken hem ook op.
Bianca fluit zachtjes door haar tanden.
Als hij voor hen staat, knikt hij naar haar vriendinnen. Een druppel glijdt uit zijn haar over zijn gladde borstkas. ‘Morgen weer vroeg op?’ vraagt hij met een fluwelen stem.
Haar glas dat onderweg was naar haar lippen, laat ze zakken. Klonk dit nu als een vraag of een verzoek om op bed te gaan? Ze kijkt haar vriendinnen aan voor steun. Maar die gapen hem allemaal aan.
‘Ja, ja, Breakfast hè?’ antwoordt ze en glimlacht erbij, maar haar lach bereikt haar ogen niet.
Hij tikt tegen zijn hoofd bij wijze van afscheid en loopt verder.
Wie denkt hij wel niet wie hij is!
‘Krachtig kaaklijntje hoor,’ zegt Mirjam. En Suus knikt, nog niet wetende wat ze hiervan vindt. Wanneer ze thuis komt, aait ze Bram en neemt ze de berichten op haar telefoon door, als laatste die van haar investeerder: ‘Susan, ik begrijp dat je vandaag al even kennis hebt gemaakt met je coach. Zie het als een kans. En stel je voor hem open. We spreken elkaar snel.’