‘De muren kwamen op me af in Groningen, ik wilde een huisje in het bos’
In de Zuursche Duinen creëerde Stephan Pothof een plek waar hij tot rust komt. Een vakantiehuis wat zich geregeld vult met familie en chaos, maar veel vaker een plek is waar alles zijn persoonlijkheid ademt. Perfectionisme en oog voor detail worden weerspiegeld in de eigen ontwerpen, de liefde voor familie blijkt uit alle erfstukken. De vrijheid om alles te denken en bedenken werd hem met de paplepel ingegoten. En het mooiste voorbeeld hiervan is de Porsche die als blikvanger in de glazen vide boven de keuken als een soort levensgroot schilderij aan de wand prijkt.
‘Zo, stap maar in’, lacht Stephan. Zijn buitenhuis is in deze tijd van het jaar alleen te bereiken met via blubberige zandpaadjes, maar hij rijdt met zijn Landrover uit 1976 – tot in de puntjes gerestaureerd – er zonder problemen heen. Bescheiden en verdekt opgesteld achter opgehoogde grond – ‘dit huis moest inpassen in de omgeving en niet zo in your face zijn’ – toont het buitenhuis aan de achterkant haar ware gezicht. Tenminste, als de houten lamellen geopend zijn. Eenmaal dichtgetrokken blijft het huis vooral deel van de omgeving.
Liefde voor ontwerpen en aanpassen
Terrazzo, messing details en notenhout domineren het interieur. Het perfectionisme van Stephan en zijn liefde voor ontwerpen en aanpassen spreekt uit het messingrandje door de vloeren en het vakkenpatroon in de notenhouten wanden. De kleurkeuze is misschien sober, maar accessoires kleden het huis aan. Stephan is niet van de grote statements, maar durft wel opvallende keuzes te maken. De Porsche op de vide is hier het beste voorbeeld van. Maar ook de hangende open haard of het grote losstaande bad voor twee ramen van vloer tot plafond getuigen hiervan. Wakker worden doet hij met aan zijn voeten twee openslaande ramen die het gevoel geven dat je in een ‘van’ kampeert. In dit huis is niks ‘zomaar’; over alles is nagedacht en alles ademt liefde uit. Een ‘gevoelshuis’ noemt Stephan het zelf. Het is ook een ‘mancave’, overduidelijk ingericht met een mannelijke touch.
‘Ik heb van huis uit een vrijheid meegekregen dat je alles mag denken en bedenken’
‘Zes jaar geleden kwamen de muren op me af in Groningen’, vertelt Stephan. ‘Ik zou toch zo graag een plek in het bos hebben. Uiteindelijk stuitte ik op Marktplaats op een huisje. Er stonden maar vier foto’s online; er was niet eens een foto van het uitzicht gemaakt’, lacht hij vol ongeloof. Hij stapte op de fiets richting Steenbergen en werd verliefd.
Het huisje ging plat en Stephan startte een periode van ontwerpen en bouwen. ‘Hoe kom je tot zo’n ontwerp? Ja, het begint met een wens en een droom. Van huis uit heb ik een vrijheid meegekregen dat je alles mag denken en bedenken wat je wilt’, vertelt Stephan. ‘Het ontwerpen en bedenken vind ik heel leuk. En dat gaat heel ver; de Porsche is hier het beste voorbeeld van. Dingen veranderen, aanpassen naar wat voor mij goed voelt. Ik heb hier een sterke stempel op gedrukt inderdaad’, beaamt hij met een blik om zich heen. ‘Alles is mijn smaak. Ik vind het prettig hier. Dit ben ik.’
Een bumpy ride
De jaren van bouwen en creëren waren niet makkelijk. ‘Mijn vader was architect. Tijdens het proces werd hij ziek en ben ik hem verloren. Ik heb dit nooit meer kunnen laten zien. Ook mijn relatie ging uit in deze periode. Ja, het was een bumpy ride. Misschien dat ik het daarom ook zo graag wil delen met familie en vrienden’, vervolgt hij. ‘Het is misschien romantisch of idealistisch, maar als mijn broer en mijn neef hier zijn met hun kinderen dan klopt het. Ja, het is dan chaos, maar daar is het huis wel voor bedoeld. Die kinderen lopen zelf naar de zandvlakte hier om de hoek en hebben niks meer nodig. Dan is het alleen nog maar genieten. Ik heb ze het liefst zoveel mogelijk allemaal hier.’
Stephan kwam zichzelf behoorlijk tegen in het hele proces. ‘Ik heb een groot oog voor detail en dat mag ik soms ook wel afleren. Ik ben ook erg perfectionistisch. Kijk, ik wilde graag messing. Toen ging ik gootstenen kijken en dat móest dan ook helemaal kloppen. Terwijl uiteindelijk, waar hebben we het over? Een gootsteen die gewoon gebruikt moet worden. Omdat mijn lat zo hoog ligt, heb ik ook ontzettend veel zelf aangepakt. Je komt nergens door niet de knop om te zetten. Die trapleuning bijvoorbeeld, die had ik helemaal in mijn hoofd. Hij loopt net een beetje taps toe aan het einde. Ik denk dan toch al snel: misschien kan ik het wel zelf. Ik denk dat ik er net een beetje meer liefde in stop.’
Geen meuk of Vinexwijk-achtige taferelen
Ergens lonkt het boshuis naar een mancave. ‘Zeker, het heeft een mannelijke touch. Toen mijn vader overleed, had ik opeens heel veel spullen. Hij had wel 1000 boeken, dus er staan hier bijvoorbeeld heel veel boeken. Ik voel me prettig bij oude spullen. Dat voelt veilig en geeft me rust. Het hoeft ook allemaal niet zo op te vallen. Ik hoef niet alles te vernieuwen. Zo’n auto’, wijst hij naar de Porsche, ‘dat verveelt nooit. Ik kan er uren naar kijken.’ Hij verzet zich graag tegen wat hij ‘meuk’ noemt. ‘Het viel me tegen om de juiste spullen te vinden. Er is tegenwoordig zoveel nep. Ik kijk graag door de meuk heen. Deze eetkamerstoelen bijvoorbeeld komen uit een fabriek in Denemarken die al sinds 1920 bestaat. Ik vind het waardevol als mensen iets moois maken. Ik heb daar echt een enorme liefde voor.’
‘Ik voel me prettig bij oude spullen. Dat voelt veilig en geeft me rust.’
Elke dag als hij in Steenbergen is, neemt hij een bad. Samen met de haard is dit zijn lievelingsplek. Al is hij in de zomer ook graag buiten, waar het bos met warm weer voor koelte zorgt. Buitenom doet hij helemaal niks. ‘Hier komt zeker geen terras. Ik wil geen Vinexwijk-achtige taferelen’, lacht Stephan. Zelfs maaien begint hij niet aan. ‘Dat gras kleurt op een gegeven zo prachtig warm bruin’, blikt hij alvast vooruit. Aan de buitenzijde van het huis is evenveel liefde en aandacht besteed als de binnenkant. Een leistenen dak, brede lijsten van zinkwerk om de grote dakkappelen en de prachtige houten lamellen die handmatig open en dicht getrokken kunnen worden spreken daarvan. ‘Elk deel is even belangrijk, maar niks springt eruit.’ En daarmee wordt het tijd de landrover weer zijn werk te laten doen. Onderweg spreekt Stephan over het eventueel verhuren van zijn Zuursche. ‘Liever nog laat ik anderen er gewoon van genieten. Laat ik vrienden hier gratis verblijven zonder er iets terug voor te verwachten. Dan beleef je zo’n verblijf ook heel anders, veel vrijer.’ En vrij is het daar aan de rand van die Zuursche Duinen. Stephan trekt zich weer in zijn eentje terug, rijdend in zijn oranjekleurige oldtimer is hij tegen de boswal net een foto uit een oud magazine. Veilig en vertrouwd.